Getuigenis AZ Turnhout

In AZ Turnhout wordt de tool van Born in Belgium Professionals (BIB) al sinds februari 2023 gebruikt voor de screening van psychosociale kwetsbaarheid tijdens de zwangerschap en het aanbieden van dynamische zorgpaden. Tijd voor een terugblik met dr. Magali Verheecke, gynaecoloog in AZ Turnhout, ambassadeur van Born in Belgium Professionals

Waarom koos AZ Turnhout voor Born in Belgium Professionals?

Dr. Magali Verheecke: ‘In onze regio is er toch wel een problematiek van kinderarmoede, en vanuit ons ziekenhuis willen we die problemen, samen met de Stad Turnhout, aan de bron aanpakken. We bespraken opties om gezinnen prenataal te ondersteunen en zo kwam het RIZIV-project Born in Belgium Professionals in beeld. Alvorens van start te gaan, wilden wij vanuit het ziekenhuis eerst zorgen voor voldoende ondersteuning van het project door de eerstelijnspartners. Die eerste stappen zijn intussen gezet en ongeveer zes maanden geleden zijn wij gestart met het gebruik van de BIB-tool.’

Hoe verloopt de samenwerking met de eerste lijn?

‘Goed, we hebben gisteren nog overleg gehad met enkele van onze eerstelijnspartners over hoe de samenwerking nog te versterken en te bekijken waar de grootste problemen zich momenteel nog bevinden. We merken dat er snel meer psychologische hulp nodig is, liefst zo dichtbij mogelijk en tegen een tarief dat voor de patiënt haalbaar is.’

Welke kwetsbaarheden kwamen aan het licht?

‘Voor we met de tool van Born in Belgium Professionals aan de slag gingen, wisten we dat er in de regio problemen waren op het vlak van huisvesting, maar we konden de omvang ervan niet goed inschatten omdat de vrouwen hun situatie soms liever verbloemen. Ook betreffende het psychologisch welzijn was het vaak voorheen een ‘aanvoelen’ dat de patiënte zich mentaal niet goed voelde. Via de tool zullen we nu jaarlijks een rapport kunnen ontvangen, waarin (gepseudonimiseerde) statistieken zullen staan; zo verkrijgen we inzicht in de meest frequente kwetsbaarheden tijdens de zwangerschap in onze regio.’ 

Wie doet de screening naar psychosociale kwetsbaarheid?

‘Bij een positieve zwangerschapstest passeert de patiënte meestal eerst haar huisarts voor een bevestigende bloedafname. Daarna wordt de vrouw ingepland voor een eerste echo bij ons. Tijdens die consultatie krijgt zij twee opties aangeboden voor zwangerschapsopvolging. Ofwel een alternerende opvolging (consultaties in het ziekenhuis, alsook bij de huisarts en de externe vroedvrouw), of alle consultaties in het ziekenhuis. Ons advies is evenwel altijd om ook steeds de huisarts en de externe vroedvrouw erbij te betrekken, omdat de vrouw deze zorgverleners ook postpartaal nodig zal hebben. Tijdens de eerste consultatie bij de huisarts en of bij ons wordt reeds kort de screening uitgelegd, via het afgeven van de brochure van Born in Belgium Professionals (BiB).

De screening zelf gebeurt tijdens een eerste individuele consultatie bij onze vroedvrouw.  Het meermaals vermelden van de screening geeft de patiënte reeds de kans om kenbaar te maken of zij interesse heeft om een BIB-dossier op te starten. Het officiële informed consent formulier wordt ondertekend tijdens de consultatie bij de vroedvrouw. Bij een eerste zwangerschap zijn er heel wat vrouwen die interesse hebben voor de screening. Er zijn ook vrouwen die zich later in de zwangerschap herinneren dat bij de eerste echo sprake was van een tool die helpt bij huisvestings- en psychosociale problematiek, en die op een later ogenblik nog vragen om een BIB-dossier op te starten. Geleidelijk aan is er ook meer mond-tot-mondreclame voor dit project.’

Is er soms weerstand bij de screening?

‘Op het ogenblik dat de vrouw haar toestemming heeft gegeven voor het opstarten van een BIB-dossier zal de vroedvrouw tijdens de prenatale consultatie de screening systematisch en volledig afnemen. We merken niet echt weerstand bij het afnemen van de screening. We merken wel een verschil op bij de screening van vrouwen die de taal niet machtig zijn en die met hun partner op raadpleging komen. Soms gebeurt het dat de man bij relationele vragen zelf antwoordt dat de situatie in orde is. Gelukkig is de tool intussen in meer dan 10 talen beschikbaar, waardoor de vragen aan de vrouw kunnen worden voorgelegd in haar eigen taal en waarbij zij de meest gepaste antwoord kan selecteren uit een lijst van antwoordopties. Op dat moment zal de zorgverlener de tool terug in het Nederlands zetten om haar antwoorden te begrijpen. In onze regio zijn er heel wat anderstalige vrouwen, bijvoorbeeld uit Roemenië, Afghanistan, Somalië en verschillende Arabische landen.’

Welke zorgverleners hebben toegang tot de tool in het ziekenhuis?

‘In AZ Turnhout zijn het de vroedvrouwen die de screening doen. Andere hulpverleners, zoals sociaal assistente en wij, als gynaecoloog, gaan zelf in de tool om nota’s bij het dossier aan te vullen of te wijzigen; bijvoorbeeld om aan te duiden dat de vrouw voortaan bij een andere psycholoog gaat. De externe partners zijn al gebrieft over de tool van Born in Belgium Professionals. Nog niet iedereen heeft toegang op dit moment, daar wordt verder aan gewerkt. Wij zouden het fijn vinden als er snel een functionaliteit komt waarbij je ziet wanneer een externe partner aanvullingen heeft aangebracht in het dossier, zodat wij daarop kunnen verder werken in het ziekenhuis. ‘ Noot van Born in Belgium: deze functionaliteit wordt in orde gebracht.

Heeft de tool geleid tot meer multidisciplinair overleg?

‘Eens de vroedvrouwen de screening hebben afgenomen zijn er interne doorverwijzingen, bijvoorbeeld naar de sociale dienst. Eens de sociaal assistente de therapeutische relatie met de vrouw heeft bevestigd, heeft zij ook toegang tot haar BIB-dossier. Dat is ook het geval voor de gynaecologen en de pediaters. De sociaal assistente kan gericht helpen met bepaalde doorverwijzingen of bijkomende nota’s in het dossier aanduiden. Sinds kort zijn we gestart met driemaandelijks overleg tussen de gynaecologen, de pediaters en de sociale dienst. De dossiers met de meeste kwetsbaarheden worden daar ook besproken en dat is nuttig, want de situatie wordt dan vanuit verschillende invalshoeken belicht. De hulp die dan aangeboden wordt, sluit naadloos aan bij de individuele noden van de vrouw.’

Zijn de vroedvrouwen intussen gewend aan de psychosociale screening?

‘Ja, dat is na zes maanden zeker het geval. In het begin was het wennen, maar nu loopt het vlot. Ze hebben geen schrik meer om de vragen te stellen en ze doen het systematisch. We zien nog een minimaal verschil tussen de vroedvrouwen onderling betreffende de nota’s, of hoe diep ze durven ingaan op bepaalde problemen. Op dit moment mogen we wel zeggen dat ze de tool zeker al heel goed beheersen.’

Welke toekomstplannen zijn er?

‘In de eerste plaats willen we blijven sensibiliseren voor psychosociale kwetsbaarheden tijdens de zwangerschap en aan alle toekomstige mama’s de zorgpaden aanbieden die zij nodig hebben.

Verder zien wij dat het hebben van een “case-manager” een meerwaarde zou zijn. Naast een tool bemerken we de nood aan een zorgverlener die de zwangere vrouw bij de hand neemt en erop toeziet dat de juiste acties tijdig worden ondernomen. In samenwerking met o.a. Kind & Gezin en Huizen van het Kind hebben we een dossier ingediend bij minister Crevits, waarin we een aanvraag doen voor de subsidiëring van een case-manager die gezinnen extra kan ondersteunen. We hopen daar snel goed nieuws over te krijgen.

 

We willen ook verder inzetten op het luik wisselwerking tussen het ziekenhuis en de externe partners (Kind & Gezin, de externe vroedvrouwen, de huisartsen, het OCMW, Huizen van het Kind,…). Ons doel is dat zoveel mogelijk externe partners toegang hebben tot de BIB-tool en deze actief gebruiken, zodat wij feedback hebben over hun acties als wij de tool openen in het ziekenhuis.

Samen met de eerstelijnspartners willen we ook werken aan een betere psychische opvang, zodat we (thematische) zorgpaden kunnen aanbieden in de bredere regio.

En tenslotte: met de cijfers die we in het jaarrapport van BiB zullen krijgen, kunnen we gericht bekijken welke problemen binnen onze regio het grootst zijn, en deze samen met de desbetreffende partners (bv. Stad Turnhout betreffende huisvesting) aanpakken.’